Zonder aangekoekte ingredrediënten bakken, draait met RVS hapjespannen en koekenpannen om controle over temperatuur. Je wil de pan heet genoeg hebben om je ingrediënten snel dicht te schroeien – dat zorgt voor smaak, textuur en kleur.
1. Voorverwarmen
Zet de lege pan op middelhoog vuur. Gebruik de druppelproef: laat een klein druppeltje water in de pan vallen. Als het water direct verdampt, is de pan nog niet warm genoeg. Als het zich tot kleine bolletjes vormt en over het oppervlak ‘danst’, zit je goed.
2. Vet toevoegen
Doe olie of boter in de hete pan. Wacht tot het vet licht begint te glanzen of zachtjes bubbelt.
3. De Maillard-reactie laten werken
Leg bijvoorbeeld een stuk vlees in de pan en laat het liggen. Zodra de pan goed heet is, vormt zich vanzelf een goudbruine korst vol smaak. Op dat moment laat de bereiding zich makkelijk los van de bodem, zonder aan te bakken – precies wat je wilt voor een perfecte biefstuk of sappig stukje gevogelte.
4. Geduld hebben
Laat het ingrediënt liggen tot het vanzelf loskomt. Pas dan keren of omroeren.
5. Niet te vol
Leg niet te veel tegelijk in de pan, anders daalt de temperatuur en stopt de Maillard-reactie – dan krijg je stoven in plaats van bakken.